Na twee jaar ziek zijn, moest ik mij wederom melden bij het UWV in februari 2017. Na een gesprek met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige, was de conclusie 100% arbeidsongeschikt en geen kans op verbetering; kortom IVA.
Ik zeg het nu heel snel, maar de weg er naartoe was niet eenvoudig. Het heeft me veel stress en hoofdpijn gekost. En ik vind het nog steeds ongelooflijk waar je tegenaan loopt als je buiten je schuld om ziek wordt of arbeidsongeschikt kan ik beter zeggen. Voor mijn gevoel ben je continu jezelf aan het verdedigen en strijd aan het leveren tegen iets of iemand. Vanaf het moment dat je ziek wordt, tot arbeidsongeschikt wordt verklaard en zelfs nu nog. Drie jaar later.
Hoe kan dat in een land als Nederland?
Bij de Arbo arts
Het begint al bij de Arbo arts waar ik mij elke zes a acht weken moest melden en vertellen hoe het met me ging. Niet meer dan logisch vond ik toen. Dat vind ik nog steeds. Je krijgt tenslotte gewoon doorbetaald, dus het lijkt me logisch dat daar controle op uitgevoerd wordt. Maar behalve een soort meldplicht, vind ik niet dat mijn bezoekjes aan de Arbo arts iets hebben bijgedragen aan mijn herstel. Gelukkig geloofden ze me wel en heeft de laatste Arbo arts ook goed geholpen toen ik naar het UWV moest.
Bij het UWV
Over het UWV kan ik verschillende blogs schrijven. Ik heb daar altijd het gevoel gehad, mezelf te moeten verdedigen. Je leest zoveel verhalen over deze organisatie, dat als je niet mondig genoeg bent of kunt zijn door je beperkingen je gewoon het haasje bent. De verzekeringsartsen hebben een eigen beleid en het is heel erg afhankelijk van wie je daar treft, wat er uitkomt. Ik heb het getroffen of ik kan gewoon goed mezelf verdedigen en verwoorden wat er met me aan de hand is. Maar helaas kan niet iedereen dat.
Thuis in prive situatie
Ook thuis lever je wel eens een strijd. Dit zijn de mensen die precies weten wat er met je aan de hand is, maar toch blijft het lastig. Ik heb hier ook wel eens last van. Ik ben natuurlijk veel meer thuis en loop overal tegenaan letterlijk (als er niet opgeruimd wordt 😉) en figuurlijk. Dus elke keer de strijd om op te ruimen door je huisgenoten is ook vermoeiend.
Op school van je kind
Strijd op school klinkt wat zwaar. Maar het feit dat je niet altijd kunt helpen door je hersenletsel, kan soms voor onbegrip zorgen. Daarom heb ik op de school van Isa haar juf, de directeur van de school en een aantal moeders uit de klas verteld van mijn situatie. Ik help wel eens op school, maar niet altijd. En dat snappen ze. Dus hier geldt, open communicatie zorgt voor begrip. In ieder geval in mijn situatie.
Met familie
Ik hoor van lotgenoten wel eens dat ze strijd met de familie hebben. Tegen onbegrip aanlopen. Ook hier geldt weer denk ik, dat je heel duidelijk zelf moet aangeven wat je wel en niet kunt. Ik doe dat ook. Tuurlijk is het niet leuk dat je niet overal mee kunt doen. Maar het is zoals het is en je kunt heel veel dingen wel. De strijd met je familie zou niet hoeven te bestaan vind ik.
Met vriendinnen
Strijd met vriendinnen vind ik heel raar klinken. Als je strijd met je vriendinnen hebt, zijn dat voor mij geen echte vriendinnen. Sinds ik hersenletsel heb , ben ik er ook echt wel achter wie mijn echte vriendinnen zijn. En die zitten dus bovenaan in mijn lijstje om mee af te spreken.
Met je kind
Strijd met je kind. Ik denk dat iedereen met hersenletsel dat wel eens heeft. In welke leeftijd een kind ook zit. Ik heb ook mijn strijd met Isa, bijvoorbeeld als zij hard muziek wil luisteren en wil dansen en ik daar geen zin in heb, omdat ik het niet aankan met mijn hoofd. We proberen dan een tussenoplossing te bedenken. Bijvoorbeeld zij met de koptelefoon op muziek luisteren en daarna samen met mama een rustig spelletje doen. Isa blij , mama blij. Ik denk dat dit er een is die altijd zal blijven bestaan, strijd met je kind. Hersenletsel staat nu eenmaal haaks op het leven van een kind die 1001 dingen tegelijk wil doen. Hier blijft het een uitdaging om creatieve oplossingen te bedenken en vooral dingen te doen die wel kunnen. En dingen die jij niet kunt uit te besteden aan papa of iemand anders. Dat gaat hier gelukkig heel goed.
Het leven van de arbeidsongeschikte gaat dus niet over rozen. De weg er naartoe is zwaar en af en toe voel je je een soort misdadiger die zich continue moet verdedigen. Natuurlijk is het ook te begrijpen van bijvoorbeeld het UWV, aangezien er veel mensen misbruik maken van de goede regelingen in Nederland. Maar toch zou het anders kunnen en moeten. Dat is mijn mening.
Op deze manier wordt je als arbeidsongeschikte enorm onder druk gezet. Niet alleen door het UWV, maar ook daarna dus. De enige manier om hier vanaf te komen is denk ik, door open en eerlijk te communiceren. Met al die mensen en instanties die ik noem in deze blog. Dat is ook wat ik heb gedaan en nog steeds toe. Dus echt strijd ervaar ik nu niet vaak meer. Gelukkig.
Voor mij is het nu hopelijk tijd voor andere dingen. Mijzelf ontwikkelen binnen mijn grenzen en ontdekken wat ik wil. Geen strijd meer met instanties. Rust en focus op dat wat er toe doet voor mij.